vrijdag 23 september 2011

George De Decker & Guido De Bruyn LORCA 1937



GEORGE DE DECKER & GUIDO DE BRUYN
LORCA 1937



6 - 9 oktober 2011

vernissage donderdag 6 oktober 2011 om 20u


CROXHAPOX
Lucas Munichstraat, 76/82
9000 Gent

open: vrijdag tot zondag 14u - 18u






1.       Madrid, augustus 2011. We trekken door het grote park in het hart van de stad, met in de ene hand een bundel gedichten van Federico García Lorca en in de andere een dictafoon. Iedereen die ons pad kruist klampen we aan. Of ze een gedicht uit de bundel willen lezen? Niemand weigert (integendeel: het enthousiasme is touchant). Passeren de revue: een jong koppeltje uit Lissabon, een oude vrouw, een schilder op een bank - die op tussenhaakjestoon zegt Lorca’s theaterteksten te verkiezen boven zijn poëzie -, drie kinderen, een meisje in hurkzit op een balustrade, een veiligheidsagent (zijn stem van fluweel in contrast met het pistool op z’n heup). Ontroerend ook is een man die doof blijkt te zijn, maar onze vraag liplezend heeft begrepen, ondanks het hoge pruikgehalte van ons Spaans. Hij excuseert zich voor zijn hoge stem, waarmee hij de grote dichter onrecht zou doen, zegt hij. Maar houdt vervolgens wel een prachtige lofrede op Lorca, die hier nog altijd leeft, al is hij intussen vijfenzeventig jaar dood.

2.       Víznar, augustus 1936. Bij het begin van de Spaanse burgeroorlog werd Federico García Lorca (links én homoseksueel, een dubbel taboe in die tijd) opgepakt door nationalistische aanhangers van generaal Franco. Enkele dagen later werd hij koudweg gefusilleerd in Víznar, vlakbij zijn geboortestreek Granada. Zijn lijk kwam in een massagraf terecht. Het werd nooit teruggevonden.

3.       Guernica, april 1937. Om de weerstand van de republikeinen te breken, laat Franco het stadje Guernica bombarderen. Pablo Picasso gebruikt zijn opdracht voor de wereldexpositie in Parijs om een striemende aanklacht op canvas te schilderen: een gigantisch doek van 3,49 m hoog en 7,76 m breed. Om met Guernica de oorlog in beeld te brengen, koos hij voor een so(m)ber palet van wit, grijs en zwart. Kleur, zei hij, zou onfatsoenlijk zijn geweest.

4.       Gent, oktober 2011. Deze tentoonstelling brengt een stille hommage aan de dichter Federico García Lorca, nu drie kwarteeuw geleden geëxecuteerd. Acht video’s leggen het verstrijken van de tijd op anonieme plekken vast, in real time, ongemonteerd. De beelden zijn zwart-wit, niet omdat kleur onfatsoenlijk zou zijn, maar omdat het thema licht is. En vooral tweedehands licht: schaduw. Elke figuratie werd weggefilterd, de locaties universeel gehouden, anekdotiek vermeden. Want LORCA 1937 wil absoluut geen politiek pamflet zijn, laat staan kunst met een boodschap. Daar bestaan andere kanalen voor (“If you have a message, send an e-mail”).








Les Misérables


Dat het lijk van Lorca nooit gevonden werd 
leest het meisje op de vensterbank in een boek
met poëzie van Lorca.
Waarop het meisje op de vensterbank
vertrekt.
Staan wil ze, met haar rug tegen de olijfboom in Granada
waartegen Lorca werd terechtgesteld  (nacht moet het zijn
en ergens in de wrede maand april, de moeders moeten rauw
en in zwart-wit geschilderd zijn, krijsend tot ver buiten
de lijst van Guernica,
met in hun armen een kind dat stervende is,
geen dood kind, een stervend kind, kinderen blijven sterven
in de armen van hun moeder,
en de lamp die boven dit alles schijnen zal
zal zijn het knipmes van god,
de lamp die boven dit alles schijnen zal
zal zijn het met onverschilligheid en drek dichtgeplamuurde
oog van de demon-zonder-naam, en al wat briesen kan
zal briesen tevergeefs: de stieren en de mannen en de paarden,
en uit de darmen van de stieren en de mannen en de paarden
zal stijgen stank,
uit de darmen van de stieren en de mannen en de paarden
zal stijgen voos en dik en dwachelend
aroom van gruwel,
voos aroom,
dik aroom,
dwachelend aroom van gruwel even licht
als het soortelijk gewicht van ons geheugen) 
en eenmaal tegen de olijfboom in Granada
zal het meisje op de vensterbank nooit meer zijn
het meisje op de vensterbank dat lezen zal
een boek met poëzie van Lorca.


Staan wil ze,
als de moeder van de jonge Lorca in de keuken
thuis, met in een kring rond haar verzameld
alle boerenknechten en de huisbedienden
ongeletterd.


Lezen zal ze, elke avond
uit een boek dat Les Misérables heet,
en in de keuken zullen staan verbluft en ongeletterd
alle boerenknechten en de huisbedienden en
ze zullen zachtjes wenen. 


Guido De Bruyn
 


 

 

 




 

http://croxhapox.org/c/




VIDEO  LORCA 1937
 
http://www.youtube.com/watch?v=itnxVBlpBtQ




persinfo
‘LORCA 1937’ is een samenwerking tussen  George De Decker en Guido De Bruyn.
‘Bijna twee jaar geleden zijn we met dit project gestart’, vertelt George De Decker. 
‘We zijn naar Madrid getrokken, stad waar Lorca lang gewoond heeft en waar zijn genie nog steeds gevierd wordt. Zo deden we bijvoorbeeld klankopnames in het Parque El Retiro, waarbij we toevallige passanten een gedicht van Lorca lieten lezen. Iedereen leende enthousiast zijn stem, zelfs een veiligheidsagent – met z’n pistool op z’n heup.
Guido draaide in het museum Reina Sofia (een oud hospitaal) een zwart-wit 8mm-film van een grote reproductie van de Guernica, het meesterwerk van Picasso, want bij het origineel kregen we uiteraard geen toestemming om te filmen’. 
Deze 8mm-film sluit aan bij de 8 video’s van George De Decker die in de tentoonstelling wandgroot worden geprojecteerd. Het gaat om zwart-wit schaduwregistraties, die met opzet ongemonteerd bleven. 
Eigenlijk zijn het studies van het licht, in real time. De grijstinten verwijzen naar de Guernica van Picasso.

Lorca werd in 1936 gefusilleerd in het begin van de Spaanse Burgeroorlog, op last van generaal Franco. 
Picasso schilderde Guernica in 1937 naar aanleiding van het bombardement op de stad Guernica, d
oor dezelfde fascisten. Om de oorlog in beeld te brengen gebruikte Picasso een grafisch zwart-wit palet, want kleur, zei hij, zou onfatsoenlijk zijn geweest… 
De 9 video’s in Croxhapox kregen een klankband van George De Decker zelf, gebaseerd op een hommagegedicht van Guido De Bruyn aan Lorca.

George De Decker 
is zowel beeldend kunstenaar als componist. Hij componeerde tunes voor onder andere Thuis, Panorama en Recht op Recht. Voor deze laatste serie componeerde hij elke noot, van de begintune tot de laatste muzikale ademstoot van een of andere acteur of actrice. Daarnaast componeert hij ook voor theater en dans. De laatste jaren is hij meer en meer actief als beeldend kunstenaar. Zijn ‘Trompe Cousue’, de loden olifant’ voor de olifantenparade in 2008, werd toen het duurst geveild voor het goede doel, voor maar liefst 32.000 euro.

Guido De Bruyn 
werkt als regisseur bij Canvas. Hij maakte o.m. elf kunstenaarsportretten voor de reeks Goudvis, waarvan hij ook de eindredactie op zich nam. Voorts schrijft hij verhalen, toneelteksten en gedichten. In 2004 werd hij laureaat van de verhalenwedstrijd van De Brakke Hond. In 2004 en 2005 won hij telkens de KLARA-poëzieprijs. Voor Het huis Augustus (2008) werd hij genomineerd voor de Herman de Coninckprijs. Hij vertaalde sonnetten van Shakespeare en toneelwerk van Wedekind en Botho Strauss. Op 1 oktober verschijnt zijn vierde poëziebundel: Apenverdriet  (Uitgeverij P).





Met dank aan:

Anne Marie Honggokoesoemo
Bob Van Gestel
Croxhapox
David
Els Van Laethem
Ensor Strijkkwartet
Federico
Gloria
Guido Dammekes 
Herlinde Ghekiere
Irène
Jean-Paul
Johan De Handschutter
Laura
Lode Vercampt
Lucas Vandervost
Luis
Marc Coene
Obdulio
Patricia
Pieterjan Vranckx
Raf De Keninck
Savarino Oostende
Silvia
Slavek Kwi
Thomas Frühauf
Ward Weis

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten