zondag 22 april 2012

BERLIN, DIE SINFONIE DER GROSSTADT


KASKA (dko)   -   SOUNDDESIGN
presenteert
een nieuwe klankband voor de film


Duitsland, 1927, 65 minuten
Regie en montage: Walter Ruttmann
Scenario: Karl Freund, Carl Meyer, Walter Ruttmann
Camera: Robert Baberske, Karl Freund, Reimar Kuntze, Laslo Schaeffer
Sounddesign: David Jongen, George De Decker, Hans De Wit,
Hester Bolle, Mustapha El-Kharoiti, Pim Ganzeboom, Yannick Heeren

Inleiding: Wouter Hessels, docent Filmgeschiedenis Rits - projectcoördinator Cinematec

vrijdag 20 april om 20:00
Black Box, Blindenstraat 7, 2000 Antwerpen





Toelichting Filmmuseum Antwerpen

In de jaren '20 trokken cineasten met hun camera's de straat op om de poëtische aspecten van de moderne grootstad vast te leggen. Zo ontstond een nieuwe filmgenre - de stadssymfonie.

Walter Ruttmanns Berlin Die Sinfonie der Großstadt is niet de eerste, maar wel de meest invloedrijke film uit deze cyclus.
Hij blijft ook de mooiste en belangrijkste visuele getuigenis over de hoofdstad van de Weimar-republiek - toen het culturele hart van Europa.
Schilder/filmmaker Walter Ruttmann was net als zijn tijdgenoten gefascineerd door de grootstad als levend organisme, als symbool van industrie en vooruitgang, en hij probeerde de fysieke en spirituele essentie en de polsslag ervan op film te vatten.

Ruttmann wilde geen politiek of sociaal commentator zijn, het enige wat hem voor ogen stond was een quasi-abstracte, lyrische afbeelding van de dynamische metropool.
Cameramannen schoten van 's ochtends tot 's avonds over een lange periode zoveel mogelijk candid-beelden in de straten van Berlijn. Het was tijdens de montage van deze grote hoeveelheid materiaal dat Ruttmann de film zijn symfonische structuur gaf (later gecomplementeerd door de contrapuntische muziek van Edmund Meisel). Het begint allegro moderato 's ochtends, wanneer de nachttrein de slapende stad binnenrijdt. Berlijn ontwaakt en het tempo verandert in allegro vivace wanneer mensen zich naar hun werk haasten en de machinerie van de zakenwereld en industrie op gang komt. Middagpauze en de armen, rijken en de dieren in de zoo pauzeren om te lunchen voor de stad terug aan het werk gaat. De avondsequentie is een presto finale - een dolle montage van neonlichten, dansen, concerten, films, jonge paartjes - het najagen van elke vorm van genot. Naast een duidelijke fascinatie voor het grotestadsleven, spreekt uit de film ook een zekere angst voor de moderne grootstad. Niet voor niets toont Ruttman de zelfmoordpoging van een meisje, dat het moderne leven kennelijk niet meer aankan. Daarnaast trekt hij ook vergelijkingen tussen mensen en machines, die lijken te wijzen op het verlies van individualiteit van de moderne mens.

`













Geen opmerkingen:

Een reactie posten